* Personages – what’s in a name?

Een uitgebreide bespreking van
PERSONAGES uit het wereld-repertoire

Een naam. Wat heeft dat te zeggen? In onze werkelijkheid zeggen de namen meestal helemaal niets over de personen die er mee rond lopen. Meestal zijn die namen al bedacht vóórdat dat die kinderen het licht hebben gezien. What’s in a name?” zei Julia! Een goede vraag. Die tekst werd haar in de mond gelegd door een schrijver. Trouwens: wat is de NAAM van die schrijver ook alweer? Daar heeft vrijwel niemand een antwoord op. Waarmee dan de juistheid van dat zinnetje is bewezen!

In toneelstukken hebben de personages vaak wél bijzonder treffende namen! En dat kan daar ook handig, omdat een personage desnoods pas achteraf een naam krijgt opgeplakt, wanneer het toneelstuk al helemaal is geschreven. De juiste naam achteraf. Daarom zijn namen op het toneel vaak helemaal raak. Geen toeval.

Hier gaan we op zoek naar namen. Van personages, van schrijvers. Van toneelstukken, van films. Van locaties, van tijden. Deze lijst wordt regelmatig aangevuld.  Nog suggesties? Laat graag even weten.

                           KLIK op de GROENE namen!

Anonymus  –  Elckerlyc
Eugène Ionesco  –  Bérenger 
Brecht –  Bertolt Brecht
Shakespeare  –   De Oude Man  –  Horatio
Garcia Lorca  –  Leonardo Felix
Marguerite Duras  –  Madeleine Renaud, Savannah Bay
Thomas Bernhard  –  Ritter, Dene, Voss  –   Minetti
Anonymus  –   Mariken van Nieumeghen
Jacques Brel  –  Marieke, Madeleine, Mathilde
Hugo Claus  –  Vrijdag   –  Christiane  –   Elisabeth   –  Georges
Wim Wenders  –  Circus AlekanBerlijnBerlijnse MuurDamiel, Cassid, Peter Falk, MarionPeter Falk als Peter FalkHomerusCurt BoisHet Kind

 


.
ELCKERLIJC

a bericht ElckerlijcOm te beginnen mag hier Elckerlijc genoemd worden, een naamloze ‘Iedereen’ die de gehele mensheid vertegenwoordigt als personage in de gelijknamige moraliteit oftewel zinnespel, eind 15e eeuw. De volledige titel luidt: Den Spyeghel der Salicheyt van Elckerlijc – Hoe dat elckerlijc mensche wert ghedaecht Gode rekeninghe te doen. Na Elckerlijc is er vervolgens ook Everyman, vroeg 16e eeuw, en vervolgens reist iedereen door geheel Europa.

Hugo van Hofmannsthal neemt eeuwen later de draad weer op met Jedermann, een mysteriespel, geschreven rond 1911, première 1920 in regie van Max Reinhardt. 

Naar méér mensen dan naar alle mensen in onze wereld kan een personage onmogelijk verwijzen en daarmee verslaat Elckerlyc dan ook Adam en Eva, die ieder ‘slechts’ de helft van de wereldbevolking vertegenwoordigen.

De term Jan en Alleman doet vervolgens vermoeden dat één mannetje zich buiten de massa weet te plaatsen, maar dat is een misverstand: oorspronkelijk was daar simpelweg Alleman, die vervolgens ook wel als Jan Alleman werd aangeduid, om tenslotte te transformeren tot Jan en Alleman. Maar hoe dan ook: deze aanduiding is toch wel wat ál te eenzijdig mannelijk gekleurd…

In 1975 verscheen de Nederlandse verfilming Elckerlyc in de regie van Jos Stelling. De DVD-versie is op het ogenblik niet meer in de handel, helaas, helaas…. Maar wanneer de kans zich weer voordoet, mag iedereen die grijpen!


.
BÉRENGER

Vanuit Elckerlyc en naamgenoten komen we rechtstreeks bij Eugène Ionesco (1909 – 1994), die in vier van zijn toneelstukken de naam Bérenger mee geeft aan ‘de mens’. Béranger verschijnt als hoofdpersoon in de volgende werken:

  • 1. Tueur sans gages (Moordenaar zonder betaling), 1958.
    Het eerste stuk rondom Bérenger. Een Nederlandse versie heb ik overigens niet kunnen achterhalen
    .
  • 2. Rhinoceros, 1959.
    De rol van Bérenger werd hier o.a. gespeeld door Laurence Olivier, in de verfilming onder regie van Orson Welles, 1969.
    .
  • 3.  De Koning Sterft, 1962
    Een absurdistisch drama over het onvermijdelijke sterven van koning Bérenger – dat wil zeggen: het onvermijdelijke sterven van de mens, dus van Iedereen. Immers: iedereen is de ‘koning in zijn eigen leven’ is, en de koning die je zelf bent, staat levenslang centraal – maar die zal ook onvermijdelijk sterven. Aan ieders koninkrijk komt een einde. Een allegorie over alle fasen van het stervensproces van de koning = van de mens. En zo treedt Ionesco de angst voor de dood tegemoet. Een centraal thema in zijn werk.
    .
  • 4. Le Piéton de l’air (De voetganger in de lucht), 1962
    Geen Nederlandse versie te vinden. Maar wederom staat Bérenger centraal.

.
BRECHT

Wat dachten we van een naam als ‘Berthold Brecht’?  Hij moet wel van zijn stoel vallen als hij deze al te omslachtige, pretentieuze, burgerlijke, kwasi-elitair gespelde voornaam ergens op papier zou ontdekken. Een ramp! Niet minder dan twéé schrijffouten verdringen elkaar in één voornaam. Maar toch: de aldus fout gespelde naam zien we vaker op papier dan de juiste: Bertolt. Het was wel schrijnend dat die al te opgesmukte naam uitgerekend in de zestiger jaren opdook in het revolutionaire – en Brechtiaanse – tijdperk, met sosialistiese akties, met teater-eksperimenten, met akoestiese spelling en het simplisties verbond op de teevee. De Katholieke Universiteit in Nijmegen transformeerde via de achterkamer naar de Kommunistisiese Universiteit. Brecht maakte uitgerekend in die tijd grote naam, maar helaas werd die nogal eens verkeerd gespeld

Bertolt Brecht Postzegel - dwarsDaartegenover staat gelukkig het goede voorbeeld van de Sosialistiese Uitgeverij Nijmegen (SUN) met de historische en helaas niet meer te verkrijgen Nederlandse uitgave van “bertolt brecht, teatereksperiment en politiek“. Alleen al die titel is treffend voor die tijd: we zien daar géén hiërarchies en discriminerend onderscheid tussen hoofdletters en kleine letters – dat zou immers letterlijk te kapitalisties zijn. Het kapitaal werd aangepakt. Brecht introduseert in zijn teorie van het epiese teater weliswaar het zogenaamde vervreemdingseffekt, maar dat geeft nog geen reden om aan zijn goede naam te tornen. Dus… géén Bertold! Geen Bertholt! En zeker geen Berthold.  Bertolt Brecht – dat is genoeg.


.
HORATIO

Horatio, dat is niemand minder dan de beste vriend van Hamlet, zijn mede-student aan de universiteit waar de RATIO een opmars maakt!  Zijn naam is dus absoluut geen toeval. Ratio: het verstand, het denkvermogen van de mens, de wetenschap zelve! Horatio krijgt tenslotte van de stervende Hamlet de opdracht om later nog eens goed aan de wereld uit te leggen hoe het kwam dat alles zo liep…. Want in het nieuw aangebroken tijdperk – van het rationeel denken – is niet langer een godheid, maar iedere mens zélf, hoogstpersoonlijk, verantwoordelijk zijn voor wat hij doet in deze wereld. Eigen verantwoordelijkheid: dát is de kwestie!

De Renaissance staat voor de deur, het tijdperk van de menselijke rede, de RATIO. De goden hebben inmiddels niets meer te zeggen, laat staan iets te verantwoorden. En Ho-ratio loopt vooruit op de tijd…


.
LEONARDO FELIX

… is de veelzeggende naam van het enige personage dat een naam krijgt, tussen de tientallen naamloze personages in de dorps-gemeenschap van Bloedbruiloft (Federico Garcia Lorca, 1933). 

We houden het hier maar bij de simpele en overduidelijke vertaling:
Leonardo
= Leeuw      Felix =  Geluk

Voor het overige: zie elders op deze website het hoofdstuk over de personages van Bloedbruiloft  


Marguerite Duras
Marguerite Duras

.
MADELEINE (Renaud)

Het gebeurt nog wel eens, bij tijd en wijle, dat het personage de naam te danken heeft aan de acteur of de actrice door wie dat personage wordt gespeeld… Realiteit en fictie onder de zelfde stempel.

Marguerite Duras (1914 – 1996) laat dat zo zijn in de door haar geschreven en ook regisseerde voorstelling van Savannah Bay, 1983. Daar verschijnen twee personages: Madeleine en de Jonge Vrouw. De rol van Madeleine werd gespeeld door Madeleine Renaud, een welbekende Franse actrice, die wel vaker speelde in voorstellingen van Duras. En deze rol werd dan ook – overduidelijk, nietwaar… – speciaal voor haar geschreven. 

Ook de naam van Marguerite Duras zelf kan hier niet onbesproken blijven – daar is eveneens mee gegoocheld: pseudoniem van Marguerite Donnadieu.   


.
RITTER, DENE, VOSS

De Oostenrijkse auteur Thomas Bernhard (1931 – 1989) schreef de familiekomedie Ritter, Dene, Voss voor drie geliefde acteurs van het Wiener Burgtheater: Ilse Ritter, Kirsten Dene en Gert Voss. Het stuk werd in 1984 opgevoerd onder regie van Claus Peymann. Een stuk over twee zusters, toneelspeelsters, die in hun Weense stadsvilla wachten op hun broer, een filosoof, die terugkeert uit een inrichting. De personages danken hun namen dus rechtstreeks aan de acteurs door wie ze gespeeld worden. Het stuk wordt vervolgens ook wel door Nederlandse gezelschappen uitgebracht, waarbij de oorspronkelijke namen in de titel gehandhaafd blijven, hoewel Ritter dan niet meer door Ritter wordt gespeeld, maar door….  etc. Omgekeerd wordt ook niet de titel aangepast aan de drie achternamen van de nieuwe spelers, waarmee  de ‘dubbelheid’ van speler en personage dan dus niet meer aanwezig is.

Ritter, Dene, Vos, 1986
Ritter, Dene, Vos, 1986

.
MINETTI

Minetti als Minetti als King Lear
Minetti als Minetti als King Lear

Eveneens van de hand van Thomas Bernhard is het drama met de titel Minetti, in 1976 geschreven voor en gespeeld door de gerenommeerde en destijds reeds 71-jarige acteur Bernhard Minetti (1905 – 1998), geregisseerd door Claus Peymann. Meerdere toneelteksten van Thomas Bernhard kregen in de 70-er jaren veel belangstelling dankzij de rollen die Minetti in de voorstellingen daarvan speelde. Die reeks werd afgesloten met het stuk dat de naam van Minetti droeg – over een oude acteur, al vele jaren buiten spel, die in een verpauperd hotel in Oostende de tijd verslijt terwijl hij zit te wachten, te wachten op een theaterdirecteur uit Flensburg, waar hij zijn laatste rol zal spelen: King Lear. Een eerbetoon aan de kunst van het toneelspel zelf.

Bernhard stond vooral ook bekend als bikkelharde, sarcastische criticus van zijn vaderland. In zijn laatste toneelstuk Heldenplatz, geschreven een jaar voor zijn dood, schreef hij dat Oostenrijk nog in niets was veranderd sinds de tijd van het fascisme. Die stelling bezorgde hem – zoals vaker – nieuwe vrienden en vijanden. Om alle eer en invloed bij zich zelf te houden liet Bernhard in zijn testament vastleggen dat geen enkel toneelstuk van hem in Oostenrijk mocht worden opgevoerd, tot 50 jaar na zijn dood. Zijn erfgenaam heeft inmiddels toch weer opvoeringen in zijn gehate vaderland mogelijk gemaakt.

Toneelgroep De Appel speelde Minetti in 2001 met Eric Schneider in de titelrol, ter ere van zijn veertigjarig jubileum, in regie van Aus Greidanus.


.
VRIJDAG

Hier dan een naam die niet naar een persoon verwijst, maar naar een dag in de week. En uiteraard naar het gelijknamige toneelstuk van Hugo Claus (1929 – 2008), dat in 1969 werd gespeeld door de Nederlandse Comedie in Amsterdam, geregisseerd door Hugo Claus zelf.

Vrijdag: een associatie met persoonsnamen zullen maar weinigen van ons nu nog leggen. Maar vrijdag is van alle dagen in de week nog de sterkste dag als het gaat om verwijzingen naar personen: maar liefst twee. Daar moet wel direct bij worden aangetekend dat het woord ‘personen’ dan te kort schiet, want het gaat hier om twee godinnen. Eerst was daar Freya, de Germaanse godin van de vruchtbaarheid, liefde en wellust. Vervolgens zien we bij de Romeinen Venus verschijnen als de godin van deze menselijke driften en relaties en sindsdien heet deze dag de Dies Veneris. Aanvankelijk was deze dag van Venus – zoals de benaming al doet vermoeden – de dag om te vrijen. En in het kader van de noodzakelijke voortplanting van de groep was dat een stimulerend idee. Vrij-dag was dus letterlijk en figuurlijk: de dag-om-te-vrijen. Maar vervolgens, via de opmars van het christendom, veranderde de betekenis van vrijdag in het tegendeel: de dag van schuld en boete. De dag waarop geen vlees wordt gegeten, maar vis.

Vrijdag heeft zo twee kanten: het is de dag van overgave, maar tegelijkertijd juist ook de dag van onthouding. Deze twee etiketten op één dag sluiten elkaar volledig uit – en dat geeft dan het broodnodige, absolute contrast voor een dramatisch gegeven. Dat is de dualiteit waarin George gevangen zit. Om het maar snel en simpel samen te vatten: van de katholieke kerk móet hij vrijen, maar hij mág het niet! Enerzijds komt de pastoor regelmatig over de vloer om druk uit te oefenen op de voortplanting om zo het aantal kerkgangers op te voeren, anderzijds is geslachtsgemeenschap ‘uiteraard’ niet bedoeld als wellustig vertier en dus verboden. Dat vraagt een nauwelijks op te brengen balans tussen driften en plichten, tussen natuur en voorschriften. Dit dilemma heeft haast onvermijdelijke gevolgen voor wie daarmee is opgezadeld. De mens hééft driften en verlangens – en hoe meer deze worden verboden en verdrukt, in dit geval door de gezaghebbende kerk, hoe meer deze zich laten gelden. De vrijdag is daarmee voor George tot een ‘onmogelijke dag’ geworden.

Vrijdag was ook de geboortedag van zijn dochter Christiane. Daarover leerde het bijgeloof, zoals Jeanne het zegt: ‘Een meisje dat op vrijdag geboren wordt, z’is ongelukkig, of ’t is een heks. En de vrijdag slaat het weer om’. Waarop Georges kan aanvullen: ‘Vandaag is ’t ook vrijdag’. En nu, op deze vrijdag ten tonele, kan er dan binnen het handelingsverloop letterlijk een ‘omslag’ zijn, zoals Jeanne die beweging noemt, of in onze termen gezegd: de peripetie vindt daar plaats! Vrijdag was de dag waarop de dochter werd geboren. Vrijdag is uiteindelijk ook de dag waarop de verzwegen waarheid aan het licht komt en de weg vrij is naar morgen, morgen….

Toneelgroep Amsterdam, 1988-1989

CHRISTIANE (in Vrijdag)
Uitgerekend het meisje dat op die dag van de heksen werd geboren, draagt in haar naam de verwijzing naar het absolute tegendeel: Christiane = de vrouwelijke pendant van… Christus! Zij weet zich vanuit de positie van dochter te manoeuvreren naar de plaats van de beminde – om daar ogenblikkelijk weer spijt van te hebben, net zoals haar vader, die zichzelf niet buiten het spel wist te houden.

ELISABETH (in Vrijdag)
De naam van de pasgeboren dochter van Jeanne en Erik, die bij de burgerlijke stand overigens direct al werd ingeschreven als dochter van George. Over de keuze van deze naam geeft Claus een heldere toelichting via de tekst van Erik: ‘We hebben haar Elisabeth genoemd, naar Elisabeth Taylor. Maar we zeggen d’r Lili tegen’.
.

GEORGES (in Vrijdag)

Nu we het toch al hadden over Elisabeth Taylor kunnen we bij de naam Georges vervolgens echt niet meer ontsnappen aan een associatie met Who’s afraid of Virginia Woolf? (1962) van Edward Albee In deze film speelt Elisabeth Taylor de roemruchte rol van Martha – terwijl haar toenmalige echtgenoot Richard Burton de rol speelt van de echtgenoot van deze Martha: George! Het spreekt vanzelf dat Claus deze toespelingen willens en wetens heeft aangebracht, zoals overigens ook – nog veel sterker – allerlei verwijzingen binnen het verloop van de handeling naar de opbouw van de katholieke mis. Who’s afraid of Virginia Woolf naast Vrijdag – dat levert prachtige vergelijkingen, waarover later wellicht meer. 


.
INCOGNITO – Hitchcock

a bericht What's Hitchcock kleinEen regisseur met wereldwijde naams-bekendheid zag zich – in het prille begin van zijn carrière – eens genoodzaakt om bij de opname van een film die hij regisseerde, zélf als figurant voor de lens te verschijnen – dat spaarde personeelskosten. Die uitzondering werd vervolgens de regel bij vrijwel al zijn latere films, een traditie die overal door iedereen met argusogen werd gevolgd. Want ergens in de zijlijn van een scène van alweer een nieuwe film zal de inmiddels bekende regisseur wel weer verschijnen als figurant – maar waar verschuilt hij zich nu dan weer ? Zoeken, zoeken! Het werd voor zijn publiek een sport om die figuratieve handtekening van deze incognito te achterhalen. Dan gaat het hier vaak ook nog om thrillers, waar veel spanning te danken is aan het voortdurend jongleren met kennisvoorsprong en kennisachterstand. Maar één ding is tevoren zeker: hij is altijd wel ergens in een oogwenk te zien. Zoals in North by Northwest (1959), Psycho (1960) ,The Birds (1963) om maar enkele titels te noemen waar hij naam mee maakte. En die naam luidt – voor we het vergeten: Alfred Hitchcock (1899 – 1980).


.
DE OUDE MAN (in Macbeth)

Wanneer De Oude Man verschijnt is het onheilspellend duister rond het kasteel van Macbeth, als was het midden in de nacht – maar toch is het nog overdag… De hele natuur is van slag en de Oude Man meldt dat hij zoiets nog nooit in zijn lange leven heeft meegemaakt: ‘Zeventig jaren staan mij voor de geest (…) maar nu valt alles in het niet bij deze angstaanjagende nacht’. Dat deze Oude Man zeventig jaren oud blijkt te zijn, zal de hedendaagse lezer niet zo bijzonder vinden. Tenminste: in de afgelopen 33 jaren heb ik bij het groepsgewijs lezen en analyseren van deze tekst nog nooit iemand horen roepen: ‘Ongelofelijk…. wat is dát oud!’ En omgekeerd werd er ook nooit verbaasd gevraagd waarom het eigenlijk nodig zou zijn dat die leeftijd hier wordt vermeld. De gemiddelde levensverwachting van ‘de man’ in Europa ligt immers rond de 80 jaar, dus dat iemand 70 jaar oud is… ach ja, dat kan…

a bericht oude man 2
Trouw, 4 okt. 2014

Toch moeten we het als zeer opmerkelijk zien, niet dát de leeftijd van De Oude Man wordt genoemd, maar dat zijn leeftijd maar liefst 70 jaar was… aangezien in tijd de levensverwachting rond de 40 jaar lag!

De levensverwachting in de Middeleeuwen was nog geen 30 jaar, ten tijde van Macbeth 40 jaar, en tegenwoordig is dat maar liefst 80 jaar.

De helft van de in 2013 geboren meisjes heeft een goede kans om 96 jaar te worden, voor de jongens is dat 92 jaar. En zo schrijden we snel en zeker richting 100 jaar als redelijk rendement.

In de tijd van Shakespeare (en Macbeth) lag dat totaal anders. De meerderheid van de bevolking was jonger dan 25 jaar. De levensverwachting lag rond de 40 jaar, o.a. door de grote kindersterfte, door de risico’s voor vrouwen bij bevallingen, door talloze onbehandelbare ziektes etc. Daarnaast waren er ook wel degelijk mensen die maar liefst 60 of 70 jaar oud werden, maar dat was een minderheid, want de verwachtingen lagen dus anders. Wanneer er binnen die verwachtingen dan een 70-jarige man ten tonele verschijnt, is dat iets wat het publiek niet zal ontgaan! Vergelijkenderwijs: in onze tijd zou deze Oude Man nu melden dat hij inmiddels 100 jaar is en al een eeuw lang de wereld aanschouwt, maar nog nooit zoiets meemaakte als wat nu om zich heen grijpt: de Tijd zelf is in de war!

De Oude Man verschijnt hier met Ross, die meldt:
‘Het is daglicht naar de klok, maar holste nacht smoort het bewegelijke zonneschijnsel – wordt dit het blijvend rijk der nacht, of zou de dag zich schamen dat duister alom lijkwaden legt over ’t aanschijn der aarde dat wakker moest gekust door glorend licht?

Niet alleen de Tijd is volledig van slag geraakt, maar de gehele Natuur is ontregeld. Daar gebeurt het onmogelijke: een valk wordt doodgebeten door een uil! En de paarden – de grootste mensenvrienden – lijken een oorlog te willen beginnen tegen de mensheid.

Het is Macbeth die de bron is van deze destructieve wanorde in de tijd. Met geweld en bedrog haalt hij op eigen wijze de begeerde toekomst naar zich toe, in plaats van rustig en in vertrouwen zijn tijd af te wachten – zoals Banquo wél doet… Uiteindelijk komt hem dat duur te staan: hij verliest werkelijk alles en iedereen. Zijn dood maakt het begin van een nieuwe tijd mogelijk. Malcolm, vanaf dat moment koning van Schotland, kondigt dan ook een nieuw tijdperk aan:

‘Wat ons te doen blijft en nu geplant moet, in de nieuwe tijd: terugkeer van onze vrienden uit den vreemde, (…) berechting van de folteraars en trawanten van deze beul en zijn duivelse vrouw (…)
– dit volbrengen wij te juister plaats en tijd‘.


.
MARIKEN van Nieumeghen
(oftewel EMMEKEN oftewel M) 

Standbeeld door
Standbeeld Mariken in Nijmegen, door Vera van Hasselt

De voornaam van de hoofdpersoon uit het gelijknamige mirakelspel uit de 16e eeuw. De duivel wil wel een deal sluiten met Mariken, maar dan op voorwaarde dat zij haar naam zal veranderen, die immers verwijst naar de heilige Maria – een onverdragelijke klank in de oren van de duivel. Mariken wil echter geen andere naam aannemen, maar uiteindelijk wordt de oplossing gevonden in de afkorting van haar naam met de letter M. Vanaf dan reist zij als Emmeken door de wereld samen met de duivel. Uiteindelijk keert zij terug op het rechte pad, toont berouw en doet jarenlang boete.

In de tekstuitgave wordt de hoofdpersoon – in de kantlijn bij haar clausen – aanvankelijk aangeduid als Mariken. Wanneer zij haar naam prijs geeft aan de duivel wordt zij daar aangeduid als Emmeken. De naamgeving in de neventekst volgt dus consequent het handelingsverloop. Maar wanneer Emmeken terugkeert op het goede pad, blijft zij in de neventekst toch nog Emmeken heten. Merkwaardig genoeg keert de naam Mariken in de kantlijn dus niet terug.

Tenslotte hier nog even de volledige titel van Mariken:

Die waerachtige ende een seer wonderlijcke historie van Mariken van Nieumeghen
die meer dan seven jaren metten duvel woende ende verkeerde.

In 1974 verschijnt de Nederlandse film Mariken van Nieumeghen, in regie van Jos Stelling.  .


.
MARIEKE, MADELEINE, MATHILDE

Is dat slechts stomtoevallig zo of zien we dat juist? Jacques Brel schreef vele liefdesliederen, maar slechts drie hebben als titel niets meer of minder dan een meisjesnaam – om precies te zijn: Marieke, Madeleine, Mathilde. Inderdaad: de naam van de grote liefde begint altijd met een M…! Bij Marieke (1961) klinkt de herinnering aan een ware jeugdliefde in het vlakke Vlaamse landschap. Het lange wachten op Madeleine (1962) blijkt steeds tevergeefs, maar de liefde blijft toch hoopvol leven. En tenslotte is daar dan eindelijk… de langverwachte terugkeer van de overrompelende, hartverscheurende liefde die Mathilde heet (1966).

Iedere liefde begint met een M. Hier althans wel. Gelukkig ben ik niet de enige die met de M3-vraag kampt. Ook de Franstalige Wikipediaanse informatie over Brel noteert deze alliteratie: ‘Comme Marieke et Madeleine, Mathilde est une chanson d’amour passionné pour une femme dont le prénom commence par « M ».’ Dat vraagt dus om internationale achterdocht en aandacht. De oplossing heb ik in ieder geval (nog) niet. Wel nog enkele andere cryptogrammatische Emmetjes, ter aanvulling.

Bekend is dat Brel in zijn jeugdjaren zijn Moeder aansprak met het koosnaampje ‘Mouky’, een Franse variant van het Nederlandse ‘Moeke’. Maar laten we eerlijk zijn: dat iemand zijn moeder een aanspreektitel met M doneert is in Europa haast onvermijdelijk, met alle Mama’s, Moeders, Mutters, Mutti’s, Mothers, Mères etc. Dus hier scoren wij zeker geen punten die het toeval overtreffen.

Vervolgens trouwt Brel in 1950 met Thérèse Michielsen. Dat hier sprake is van een zekere mevrouw Michielsen doet de M-voorgevoelens groeien, maar ten onrechte: dat is immers haar achternaam, terwijl we zochten vanuit drie voornamen. Toch zijn we nu sneller terplekke dan gedacht, want Brel placht zijn vrouw aan te spreken als…  Miche! Daar is dus duidelijk sprake van een hoogst persoonlijk in het leven geroepen M-voornaam. Zeven jaar later komt er een einde aan het samenleven van Brel met deze M, al zijn ze formeel nooit gescheiden.

a brel en maddly 2Brel heeft in de navolgende jaren veel bruisende contacten, zoals pers en publiek nieuwsgierig noteren. In 1971 ontmoet hij Hélène Bamy… Wederom geen M te bekennen, maar zij had toen al wel haar artiestennaam: Maddly !

Dat levert enkele toevalstreffers. Beide dames veroverden een voornaam met een M. Beide dames hadden bij geboorte andere voornamen dan later, toen zij aanspraak maakten op een M-naam. En die oorspronkelijke voornamen van beide dames hebben een zelfde formule:

Thérèse en Hélène vertonen een rijtje van drie dezelfde klinkers  met accenten: é –  è –  e !

a brel en maddly 3In 1967 stopt Brel met zijn solo-voorstellingen. Enkele jaren treedt hij nog op in musicals en werkt hij als speler en als regisseur aan films, maar dit alles met minder succes en impact dan voorheen. Vanaf 1971 tot aan zijn dood in 1978 leeft Brel samen met Maddly Bamy, met wie hij samen over de Atlantische en de Stille Oceaan vaart. Tenslotte komen zij terecht op het eiland Hiva Oa, onderdeel van de Markiezen-eilanden (M….!) in de Stille Oceaan. Daar blijven zij dan wonen en uiteindelijk overlijdt Brel aan kanker.

De achtergebleven dames M en M voerden via de rechtbank nog strijd over de vraag waar Brels graf zou moeten komen en wat er op de steen zou moeten staan. In 1999 (21 jaar later!) kreeg Maddly haar gelijk in deze kwestie. Tenslotte ‘houdt Maddly Bamy de wereld periodiek op de hoogte van hetgeen Brel haar op bovennatuurlijke wijze vanuit het hiernamaals zou doorseinen.’ Aldus Wikipedia.

Dan nog even naar een ander aanknopingspunt, om de deus ex machina werkelijk gestalte te geven. Zoals gezegd gaf Brel drie liederen titels met meisjesnamen en die beginnen alle drie met de letter M. Maar er is natuurlijk méér tekst dan alleen een titel, en zowaar: binnen de tekst van Mathilde vinden we terzijde nog een andere meisjesnaam die aan alle voorwaarden voldoet: Maria! Onze eerste associatie gaat uiteraard wederom naar Moeder Maria, vervolgens naar Marieken, naar haar genoemd, maar op gezag van de duivel weer afgekort tot Emmeken, oftewel M. Van de hemelse sferen rond Maria naar de platvoerse werkelijkheid van M. – en dan weerom.

En jij, Maria, onze meid
Spreidt op mijn bed de lakens wijd:
Mathilde kwam terug bij mij!

 En daarmee is de cirkel rond.


.
DER HIMMEL ÜBER BERLIN

1987, regie Wim Wenders, scenario Wim Wenders, Peter Handke en Peter Falk.
Een film die vooral raamwerk is voor poëzie en betekenisvolle beelden, waarbij het achterliggende verhaal vooral het kader is waarbinnen alles wordt geëtaleerd.

 

CIRCUS ALEKAN

Zeker moet hier ook worden genoemd HENRI ALEKAN (1909 – 2001). Eén van de belangrijkste cameramannen van de 20ste eeuw.

Met pensioen toen hij 77 jaar was. Maar tien jaar later, toen hij 87 jaar was, wist Wim Wenders hem over te halen om als hoofdcameraman Der Himmel über Berlin te filmen. Aks dank hiervoor gaf Wenders het circus in de film de naam “Circus Alekan”.

 

BERLIJN

Voordat we terecht komen bij enkele namen van personages en acteurs, is hier de titel van de film op zichzelf al helemaal raak, namelijk met de NAAM…..BERLIN. Maar dat is toch simpelweg de naam van een bestaande stad, dus niet al te origineel of curieus? Toch wel! Het is wel degelijk zeer opmerkelijk en inhoudelijk ook zwaarwegend, dat die stad hier wordt aangekondigd onder één simpele noemer; BERLIJN. Want het gebeuren in de film speelt zich af in 1986, de film kwam uit in 1987. De actualiteit dus. En in die tijd bestond er eigenlijk helemaal géén BERLIJN…. Er was een West-Berlijn en er was een Oost-Berlijn. En dat waren niet zomaar twee verschillende stadsdelen of wijken, maar twee totaal verschillende landen, twee totaal verschillende culturen, die strikt van elkaar waren gescheiden. Twee grote concurrenten op het wereldtoneel. En het was moeilijk of zelfs onmogelijk (voor Oost-Duitsers) om daar de grens over te steken. West-Berlijn was een geïsoleerd gebied ergens midden in het land Oost-Duitsland. Wie naar Berlijn toe wou, moest dat doen met vliegtuig of over de autoweg, dwars door Oost-Duitsland.

Wanneer je die tijd (nog) kent, dan sla je eigenlijk stijl achterover wanneer in die titel sprake is van simpelweg BERLIJN! Maar toch is het zo. En het klopt nog ook! De onjuiste naam van één BERLIJN is juist vanwege die discrepantie toch volkomen juist, terecht en betekenisvol. Want voor de engelen, die daar dwars door de hemel en de werkelijkheid vliegen, zijn er geen grenzen. Ze vliegen er dwars doorheen. Ze wandelen dwars door de muur.

De engelen zijn er voor de mensen, de engelen kennen geen grenzen.
We kijken vanuit…..  DE HEMEL BOVEN BERLIJN.

BERLIJNSE MUUR
In 1982 en in 1993 was ik in Berlijn – bij mij eerste bezoek nog verdeeld in Oost en West, bij tweede bezoek weer samengevoegd tot één Berlijn. Mijn eerste bezoek was dus in de jaren van deze film. Berlijn – d.w.z. West-Berlijn – was toen een geïsoleerd eilandje in het land Oost-Duitland. Met een autobus voor toeristen ernaartoe, o
ver de krakkemikkige Oost-Duitse snelwegen aldaar. Wanneer er opeens een bocht in de snelweg zat, kon je er zeker van zijn dat daar dan onverwacht – dus te laat – een verkeersbord was te zien: te late waarschuwing voor een lagere maximum snelheid. Dat kostte de buitenlandse passanten dan gegarandeerd weer een bekeuring en dat leverde Oost-Duitsland (de DDR) dan trefzeker wat West-Europese centen in de kassa. Onderweg kon er op één locatie worden gestopt voor een hapje, een drankje en het toilet. Daarna weer doorrijden op voorgeschreven snelheid. Alles moest te controleren zijn. Eenmaal bij de zwaarbewaakte grenspost voor het binnengaan van West-Berlijn – een werkelijk oorlogs-decor met bemande schiet-torens – kwam een ploeg douaniers aan boord van de bus. De reizigers waren verplicht hun paspoort voor de borst te houden, opengeslagen bij de pasfoto. Zo konden de controlerende Oost-Duitse grenswachten in de bus zien of alle personen wel de juiste paspoorten vertoonden. Vooraf werden wij nadrukkelijk gewaarschuwd door onze chauffeur: vooral NIET LACHEN bij deze procedure, zelfs geen greintje. Dat zou door de douane namelijk absoluut worden uitgelegd als uitlachen en dan werd het reisgezelschap onmiddellijk gestraft: iedereen uitstappen, alle bagage controleren, alle papiertjes checken…. Met uren en uren vertraging in de reis, als straf. Dus…. wij zwegen serieus. En we konden toen redelijk snel die totaal andere wereld inrijden: dat eilandje midden in Oost-Duitsland, de enclave met de naam van West-Berlijn. Een wereld van verschil.

De Berlijnse Muur werd gebouwd in augustus 1961 en werd uiteindelijk weer geheel opengesteld op 18 november 1989, om 18.57 uur. Aanvankelijk was er grote verwarring over wat er zo plotseling wel of niet officieel was veranderd, en de menigte passeerde de muur terwijl de bewaking in totale verwarring toekeek. Heel West-Europa was getuige van deze adembenemende omwenteling in de wereld-geschiedenis. Dit was dus twee jaar na het verschijnen van Der Himmel über Berlin.

De Muur heeft er gestaan. Ik ben er zelf door heen gegaan. Van West naar Oost en weer terug. Niet te beschrijven. Hier enkele impressies van de ware geschiedenis.
KLIK !

ENGELEN en aanverwanten: DAMIEL, CASSIEL, PETER FALK, MARION

Engelen zijn er in diverse variante, om het zo maar te zeggen.

  • De echte engelen DAMIEL en CASSIEL. Zij zijn werkelijke, eeuwige engelen.
  • De voormalige engel PETER FALK, nu een sterfelijk mens.
  • De gespeelde engel aan de trapeze, MARION in het circus.

Engel DAMIEL – gespeeld door Bruno Ganz (1941 – 2019)

Engel CASSIEL – gespeeld door Otto Sander (1941 – 2013)

 

MARION – gespeeld door Solveig Dommartin (1961 – 2007)

Haar première als actrice in film. Daarna nog spelen in andere films van Wim Wenders. Ze werkte ook mee aan de concepten van films. Op 45-jarige leeftijd gestorven aan hartinfarct.

 

PETER FALK als PETER FALK (1927 – 2011)

Als de morsige, schijnbaar verwarde rechercheur of inspecteur Columbo sinds 1969 met eigen verhoortechniek. Op einde van het cruciale maar terloops ogende verhoor was de standaard claus, bij vertrek, toch nog even omkeren voor een kleine vraag…. : Oh… nog één vraag…. was ik bijna vergeten…” Peter Flak speelde de rol van Columbo ruim 35 jaar. Samenval van rol en acteur. Peter Falk = Columbo.

hzdfluhf

dxdxbxd

Peter Falk als Peter Falk oftewel… inspecteur

herkenning!  de ex-engel; = rechercheur = filmregisseur

xx

 

xxx

HOMERUS – gespeeld door CURT BOIS (Berlijn 1901 – Berlijn 1991) Echte naam: Kurt Boas.

Homerus en Cassiel, tussen de boeken

HOMERUS

Onder de naam van Homerus staan de omvangrijke verhalen van Ilias en Odyssee genoteerd- de oudste ons bekende Europese teksten. Aanvankelijk werden deze teksten  mondeling overgedragen – zoiets als het boek bestond nog niet. Veel van de formuleringen, zoals standaard herhalingen en introducties van nieuwe passages, zijn handige geheugensteuntjes voor de verteller die het lange verhaal liet horen. Rond 800 voor Christus werd dit door Homerus op papier gezet – is het vermoeden.

Homerus –  niemand minder dan de oervader van de Europese  literatuur.

Op het klassieke gymnasium in Nederland, vóór de Mammoetwet per 1968 in werking trad, was “Homerus” ook de naam van een apart vak, besteed aan het ontrafelen van Ilias en Odyssee. Wij kregen per week 18 lesuren totaal voor Grieks en Latijn, waarvan 2 lesuren voor Homerus . De eerste versregels van de Odyssee moesten wij letterlijk in ons geheugen beitelen. Ik studeerde daar in 1972 af. De allerlaatste leerlingen van het oer-gymnasium deden eindexamen in het jaar 1973. 

.

CURT BOIS

De gerenommeerde acteur Curt Bois speelde in in Duitsland in theater, cabaret, musical, stomme film, etc. Acteur met groot komisch talent. Joodse afkomst. Vluchtte in 1934 naar de Verenigde Staten. Speelde daar ook in Hollywood films. Vooral bekend door de film Casablanca (1942) en Der Himmel über Berlin (1987). Na de oorlog terug naar Duitsland, 1950. Eerst in Oost, later in West. Speelde daar veel in de theaters, meestal bijrollen. Laatste rol in 1989, in de korte film “Das letzte Band“, verfilming van “Krapp’s last tape“, geschreven door Samuel Beckett. Hij was toen 82 jaar. In 1987 ontving hij voor zijn rol als Homerus de European Film Award for Best Supporting Actor. Hij omschreef zijn rol als Homerus als iemand “who endlessly wanders Berlin in the hope of properly capturing the city on paper”. Na een levenslange carrière overleed toen hij 90 jaar was.

In dit geval vermelden wij niet alleen de naam van het personage, maar juist ook de naam van de acteur die deze rol vertolkte: Curt Bois. Evenals bij Peter Falk in deze film, gaat het ook bij acteur Curt Bois om zijn naamsbekendheid als acteur: zij waren levende legendes uit de theaterwereld. Zoals Peter Falk onvermijdelijk verwijst naar zijn rol als Columbo, zo staat Curt Bois – met zijn naamsbekendheid als acteur, met zijn gigantische hoeveelheid gespeelde rollen in theater en film, én tenslotte met zijn hoge leeftijd – symbool voor wat we dan maar “de oer-acteur” zullen noemen. Ouder bestaat niet, zogezegd. De oerbron van de spelers. Zoals Homerus de oerbron is van de literatuur, zo is Curt Bois de oerbron van de (film)acteur. Dus de eerste wordt gespeeld door de tweede. Ze vallen zo absoluut samen. De oerbron van poëzie, van literatuur, van toneel, van het WOORD.

nog uitwerken >>>> Homerus – Curt Bois – Peter Falk

.
HET WOORD
is dan ook één van de allerbelangrijkste ingrediënten van Der Himmel über Berlin. We geven slechts enkele trefwoorden. Zoals de bilbliotheek, waar we Homerus voor het eerst te zien krijgen. Lezend in dikke boeken, reciterend, innerlijke monoloog, te midden van een lezende wereld. Filosoferend strompelt de oude man door de tijdloze, uitgestorven wereld langs de Berlijnse Muur. De gedichten van Peter Weiss, die we te zien én te horen krijgen. De dromerige overwegingen van Marion, liggend op haar bed, na het einde van het circusleven. De levendige én ingetogen dialoog tussen Damiel en Marion, aan de bar van de disco – vloeiend, aaneengesloten, lyrisch. Een adembenemend staaltje van literaire tekst, van voordrachtskunst, van tekst zegging, zoals die In Duitsland nog behoorde tot het vanzelfsprekende (!) vakmanschap van de acteur. Dat moet hier echt even worden gezegd: met de uitvoering van het gesproken woord staat het Duitse toneel op een eenzame hoge plaats.

 

HET KIND

De engelen worden alleen door kinderen gezien. Of anders gezegd: de grote mensen zijn niet meer in staat om nog engelen te zien.

Als das Kind Kind war,
wußte es nicht, daß es Kind war,
alles war ihm beseelt,
und alle Seelen waren eins.

Als das Kind Kind war,
war es Zeit der folgende Fragen:
Warum bin ich ich und warum nicht du?
Warum bin ich hier und warum nicht dort?
Wann begann die Zeit und wo endet der Raum?
Ist das Leben unter der Sonne nicht bloß ein Traum?

 

 

 

 


wordt vervolgd….

heb je nog andere namen gezocht of gevonden? laat dan graag even weten!

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.