3. Handelingsverloop van Hamlet (KORT)

deze pagina is nog in aanbouw!

Handelingsverloop

Zie hieronder eerst een beknopt overzicht, zonder al te veel uitleg!
Toelichting van diverse onderdelen wordt later toegevoegd.

HET LIJDEN

Hamlet krijgt een opdracht, die – ten dele! – is te vergelijken met de opdracht die Orestes krijgt:
wraak op de moordenaar van hun vader, en op de medeplichtige moeder .
Het wezenlijke en zeer grote verschil is echter als volgt:

  • Orestes krijgt die wraak-opdracht van de Goden, die boven de mensen staan en die hem dan ook vrij pleiten. Hij is dus niet zelf verantwoordelijk voor het doden van zijn moeder, maar hij dient daarmee de hogere machten. In diverse culturen is dergelijke wraak – ook op familieleden en kinderen – nog steeds vanzelfsprekend. Zo ook voor b.v. Laertes en Fortinbras!
    .
  • Hamlet krijgt de wraak-opdracht niet van de goden… maar van zijn vader zelf! Er is dus nadrukkelijk geen goddelijke vraag of steun. Alles ligt bij Hamlet zelf – juist ook alle verantwoordelijkheid! Daarmee heeft Hamlet als eerste figuur in de geschiedenis zelf de verantwoordelijkheid voor leven en dood, binnen een vicieuze cirkel van wraak. Vanzelfsprekend vraagt deze denkende mens (gesteund door mede-student Ho-ratio) zich af wat daar de zin van is en waarom de mens zelf zou moeten en kunnen beschikken over het leven en de dood… In onze hedendaagse cultuur is deze wraak inmiddels dan ook verboden. Net als Hamlet kennen wij zeker wel wraakgevoelens, maar de praktijk is fundamenteel anders…

Zie verder over (bloed)wraak een korte beschouwing op Wikipedia.
Of regelmatig in de actualiteit, bijvoorbeeld dit artikel in Trouw.

Het lijden van Hamlet bestaat – zoals gebruikelijk – uit twee onverenigbare tegendelen, als zwart en wit.
In zijn geval gaat het dan niet om de vraag of die wraak wel/niet ’technisch uitvoerbaar is’ (dat is immers zeer eenvoudig), maar om de vraag of hij zichzelf zover krijgt om dat WEL te doen – of toch NIET….

De wraak plegen? Hij wil dat – tegelijkertijd – wel én niet. That’s the problem.
Hamlet staat met één been nog in de Middeleeuwen, met het andere reeds in de Renaissance (student!)
Voor de goed verstaander kunnen we het lijden dan samenvatten als een onoplosbaar contrast

  • Enerzijds wil hij volgens aloude en nog levende traditie de wraak wél voltrekken, waartoe zijn vader hem opriep.
  • Anderzijds wil hij de wraak juist níet voltrekken, omdat hij de (persoonlijke!) verantwoordelijkheid voor leven en dood niet op zich kan en wil nemen.
  • Resultaat: uitstel van executie, extreme vertraging van het handelingsverloop: wat Orestes in enkele minuten doet, weet Hamlet – via omwegen – bijna een jaar (!) uit te stellen… totdat uitstel echt niet langer mogelijk is.
    .

Het lijden van Hamlet

Hamlet wil zijn vader WEL wreken  >       maar        <   hij wil juist ook NIET wreken
                  GELOOF, GOD(EN)                                          REDE  (= RATIO), MENS
.               traditie, Middeleeuwen                                 eigen verantwoordelijkheid, Renaissance

Niet doen, maar denken…
Affiche Amerikaanse productie met Thomas W. Keene als Hamlet. Wij zien hier de peinzende non-wreker, met rondom flitsen uit het vertraagde handelingsverloop.

HANDELINGSVERLOOP

Expositie 
De vader van Hamlet is overleden. Zijn moeder is al snel getrouwd met zijn oom Claudius.
De geest van Hamlet ’s vader meldt dat hij vermoord is en vraagt Hamlet om wraak,
door Claudius te doden, maar zonder iets te beramen tegen zijn moeder. Tweedelige opdracht!

.
Motorisch moment
(> bij de traditionele bedrijfsindeling van de meeste uitgevers: laatste scène van eerste bedrijf!)

Hamlet besluit de gevraagde wraak uit te voeren.

Hij schrijft dat neer, zegt een wapen-spreuk (!),
knielt en legt zijn hand op het gevest van zijn degen.

Ik heb ’t gezworen. [hij bidt]

Hij laat Horatio en Bernardo geheimhouding zweren en vraagt hen niet in te grijpen wanneer hij binnenkort eens de rol van een zonderling zal spelen.

.
Ontwikkeling, negatief > eerste reeks ‘wraakpogingen’  >  verminderde kans op wraak > 

Een reeks van ‘mislukte’ wraak-pogingen, die leiden tot opgeven van de opdracht. Een reeks plannen met averechts effect.

  • Hamlet zaait verwarring door – volgens aangekondigd plan – de rol van de zonderling te spelen.
    Een ‘slim plan’ lijkt dat, maar met averechts effect!
  • Ophelia meldt aan Polonius dat Hamlet zich als een gek gedraagt. Polonius vermoedt dat Hamlet gek van verliefdheid is. Claudius zet ook Rosencrantz en Guildenstern in om te achterhalen wat de reden is van het gedrag van Hamlet.
  • Hamlet instrueert de toneelspelers. Monoloog interieur over vergelijking Hamlet – spelers. 
    ‘Zo maakt bewustzijn lafaards van ons allen’.
  • Claudius vermoedt dat Hamlet níet gek is, maar een strategie uitvoert. Hij wil Hamlet afvoeren naar Engeland.
  • Door het uitvoeren van toneelspel checkt Hamlet de waarheid over de verdenking van Claudius. Overbodige controle! Bovendien maakt hij zich daardoor juist verdacht, en daalt de kans op wraak!
  • Claudius verlaat verontrust de zaal: hij is nu duidelijk gewaarschuwd…!.
  • Hamlet grijpt niet de kans Claudius te doden, tijdens of desnoods ná het gebed – met een drogreden!

  • Een gemiste (= ontlopen!) kans op wraak!
  • Hamlet leest zijn moeder al te stevig de les… Onjuist, volgens de wraakopdracht!
  • Hij doodt door onzorgvuldigheid niet Claudius, maar Polonius! Die fout vermindert kans op wraak! 
  • De geest verschijnt en wijst Hamlet op zijn totale falen tot nu toe. Moeder kan de geest niet zien (aangezien zij fout zit in deze kwestie!) en meent dat Hamlet tegen de lucht spreekt. Zij raakt overtuigd van zijn waanzin, maar Hamlet spreekt dat tegen. Hij heeft wel gelijk, maar dat helpt vervolgens niet.

.
Dieptepunt

Nadat de geest de mislukkingvan deze laatste wraakpoging heeft aangeduid
verdwijnt Hamlet met het lijk van Polonius [Af!]   ….. dus met
het verkeerde lijk, helaas….

.
Crisis
Hamlet staat klem, heeft de wraakactie opgegeven: impasse.

Claudius weet nu dat hij het beoogde slachtoffer was en stuurt Hamlet naar Engeland – zogenaamd voor diens eigen veiligheid. Hamlet laat zich afvoeren. Hier zou het stuk afgelopen kunnen zijn…
Wraak is nu definitief onmogelijk.

.
Anagnorisis
(vlgs traditie van meeste uitgevers: scène IV.1. !!)
Hamlet ziet het goede voorbeeld…

Wanneer Hamlet over de vlakte wordt afgevoerd ziet hij (spiegelfiguur) Fortinbras met leger oprukken – zij neef doet alles, omwille van niets! Hamlet herkent (anagn.) daarin het tegendeel van zichzelf, een ‘sprekend voorbeeld’ dat hem nieuw inzicht (anagn.) geeft. Herkenning en inzicht: dat leidt vervolgens tot de peripetie >>>

.
Peripetie
(wederom: scène IV.1. !!)
Hamlet besluit opnieuw om de wraak uit te voeren

O mijn gedachten, wees van nu af aan
vervuld van bloed, of wordt tot niets verdaan. 

(wederom de kern van het probleem in één zin:
de onoplosbare dualiteit van het lijden!
bloedige gedachten zijn immers nog géén daden…)

.
Afwikkeling, positief  > tweede reeks wraakpogingen  >  groeiende kans op wraak > (!)

  • Ophelia (spiegelfiguur) wordt waanzinnig door de dood van Polonius.
    (vrouwelijke equivalent. zij wordt echt gek van de wraak-kwestie > < Hamlet doet gek!)

  • Laërtes (spiegelfiguur) is vastbesloten zijn vader te wreken, ongeacht de gevolgen.
    (Laërtes stelt zich nu wraakopdracht en komt dan vanzelfsprekend in actie!)
  • Horatio ontvangt brief van Hamlet: hij zal terug komen (!)
  • Claudius spoort de wraaklustige Laërtes aan om Hamlet zonder aarzelen te doden.
    Plan degengevecht met vergiftiging.
  • Hamlet is weer terug (!), met Horatio (!). Bij de doodgravers – de dood versus de dagelijkse kost.
    Hamlet ziet de dood letterlijk onder ogen: Yorick.

  • Begrafenisstoet van Ophelia, met ook Laërtes, die letterlijk in haar graf springt.
  • Gevecht Hamlet – Polonius.
  • Hamlet vertelt (achteraf) hoe hij aan boord de opdracht ontdekte om hem te vermoorden.
    Over de ontsnapping. Hij keurt de dood van R & G goed (!) en wenst Claudius dito: dat recht heeft hij (!)
  • Tegenover Osric speelt Hamlet weer de dwaas en misleidt hem in het gesprek (!)
    Uitnodiging namens Claudius voor tweekamp met Laërtes – als weddenschap.
  • Horatio probeert Hamlet te weerhouden, maar deze laat zich nu niet ompraten (!)
  • Voor het duel aanvangt laat Claudius (vergiftigde) wijn klaar zetten. Gevecht.
    Koningin drinkt van giftige wijn en stort neer. Laërtes treft Hamlet met giftige degen.
    Direct wisseling van degens en Hamlet treft (!) Laërtes, die dan berouw toont. Koningin sterft. Laërtes onthult de waarheid: de koning is schuldig en Hamlet  zal spoedig sterven.
  • Hamlet heeft nu de allerlaatste kans (!), dus….. NU OF NOOIT!

.
SLOT (positief… uiteindelijk! maar relatief: geen overwinning om alleen maar te vieren…)

Hamlet voltooit de wraak!

Hamlet:  De punt is ook vergiftigd?
               Vergif, doe dan je werk!
               [hij doorsteekt de koning]   >>> WRAAK VOLTOOID

(…)

     [De koning sterft.]

Opmerkelijk is de indirecte formulering die Hamlet hier gebruikt, via de derdeperoon enkelvoud: niet hijzelf, maar het vergif moet hier kennelijk het werk doen… Ook op het laatste moment krijgt hij niet gezegd: ‘Nu doe IK ZELF mijn werk!

.
Stemmingsuitleiding

  • Laërtes is stervende, vervloekt Claudius en vraagt Hamlet om vergiffenis. Laërtes sterft.
  • Hamlet, eveneens stervende, vergeeft Laërtes en zegt zijn ‘rampzalige’ moeder vaarwel.
  • Hamlet vraagt Horatio nadrukkelijk om later aan de onbevredigden deze wraakactie te verklaren.
    (> Hamlet wil zelfs ná de dood nog verantwoording afleggen voor wat hij uiteindelijk dan toch heeft gedaan – met alle moeite, toen het echt niet anders kon > relativering van het ‘positieve slot’)
  • Hamlet hoort hoe Fortinbras als winnaar terug keert uit Polen.
  • Hamlet voorspelt dat Fortinbras koning zal worden.
  • Hamlet sterft. Horatio zegt hem vaarwel.
  • Fortinbras op met manschappen, ziet alle lijken. Hamlet kan helaas niet meer horen dat R & G inmiddels niet meer leven.
  • Horatio kondigt aan de wereld zullen te melden hoe dit alles gebeurd is. De waarheid zal zegevieren.
  • Fortinbras, de nieuwe troonsopvolger, spreekt met veel respect over Hamlet: 
    ‘Was hij gekroond, dan zou hij een groot koning zijn geworden.’

zie verder > Hamlet, reacties