Van tennis tot squash
Voordat we ons kunnen buigen over welke aspecten van Bedrog dan ook, eerst zullen we ons uiteraard moeten bezig houden met SQUASH. Met SQUASH? Jazeker, met SQUASH. En dat was drie keer! Daarmee zijn we dan direct bij de kern van de zaak: DRIE is nooit teveel. Om dat wat begrijpelijker te maken is het waarschijnlijk handig om eerst even te kijken naar wat basale kenmerken van een sport als tennis. Een handmatige balsport met racket die vooral in Groot-Brittanië geliefd is en die zelfs bij leken (zoals ik) wereldberoemd is dankzij de jaarlijkse Wimbledon tennis-kampioenschappen, die lange tijd onvermijdelijk de beeldbuis vullen. Deze sport kan worden uitgevoerd door 2 spelers tegen elkaar of door 2 duo’s tegen elkaar. We houden het hier bij het voorbeeld van 2 spelers: de één speelt tegen de ander. Wanneer wij hen nu A en B noemen, dan ziet het er in principe als volgt uit.
TENNIS
A en B staan bij tennis recht tegenover elkaar en meppen de bal overduidelijk heen en weer, in een poging de ander te laten falen, want dat levert punten op. Het gaat hier verder niet om de regels van het spel, maar om deze basale positie van de spelers: zij staan – als ‘vijanden’ – lijnrecht tegenover elkaar. Het woord tegen–standers is hier letterlijk van toepassing – en het is niet overbodig dat even nuchter vast te stellen. A en B kijken elkaar voortdurend recht in de ogen, zij zien precies wat de ander doet en zij weten ook dat zij zelf voortdurend gezien worden. Het is een heel eerlijke en open verhouding: wij tweeën staan in het spel letterlijk en figuurlijk tegen elkaar en daarom maken wij het elkaar zo lastig mogelijk. Meppen dus. Een openlijk conflict. Face to face. Maar geen bedrog.
Squash
Squash is een variant van tennis, met alle consequenties vandien. Wederom betwisten twee spelers elkaar de zeggenschap over de bal, die zij van de één naar de ander meppen, maar ditmaal vanuit een totaal andere positie. Zij staan nu niet tegenover elkaar – maar naast elkaar! Het lijkt wel alsof zij samen een duo vormen dat tegen een ander duo speelt, aan de andere kant van het net. Doch: die andere kant van het net bestaat hier helemaal niet. Zij meppen de bal tegen de muur – en via die omweg meppen zij de bal zo lastig mogelijk naar elkaar toe. Tennis via een omweg dus. Het moet haast wel zijn uitgevonden als ruimtebesparende variant van de al te dure tennis-hobby: bij squash is ‘de andere kant van het veld’ niet meer nodig, dus dat spaart de helft van de ruimte. De spelers staan hier niet aan weerskanten van het net tegenover elkaar, maar naast elkaar. Zij lijken wel partners van de zelfde ploeg, samen aan de zelfde kant van het wedstrijdveld. Zij kijken elkaar geen moment rechtstreeks in de ogen, maar staan broederlijk naast elkaar en zij slaan de bal voortdurend in de zelfde richting – tegen de muur.
Die muur, dat is het nu precies: het lijkt wel alsof zij niet tegen elkaar spelen, maar alsof zij juist samenspelen – ’tegen de muur’… Maar toch: zij spelen wel degelijk tegen elkaar… via die muur… . Daarom mag de muur – als derde positie in het spel – wel een naam krijgen. Laten we zeggen: C !
Kortom: de squash-speler schiet niet openlijk en rechtstreeks naar de tegenstander, maar bewandelt een tactische omweg. Bij squash is dat de muur, maar in de realiteit kan die omweg ook een andere invulling krijgen, zoals bijvoorbeeld een derde persoon in het spel….
En zo gaat het bij squash gaat van A naar B… maar dan via C – en dat maakt de driehoek compleet.
Bij tennis treffen we woorden als: direct, openlijk, rechtstreeks, face to face,
Bij squash spelen de ontwijkende trefwoorden: indirect, zijdelings, via omweg, ‘side by side’
Wie tegen wie…. en wie met wie…. via wie?
Squash? Waarom hebben we het zo lang over squash? Omdat squash de formule is achter vele aspecten van het stuk, die we hierna zullen uitdiepen. Dat het gaat om een driehoeksverhouding tussen de hoofdpersonages is bij voorbaat wel duidelijk. Maar deze formule geldt tevens voor het taalgebruik van de personages, voor hun beroepen, voor de spelspanning en de speelstijl, voor het handelingsverloop en de structurele indeling … Kortom: de formule achter de vorm-inhoud-relatie is: squash!
.
SQUASH – wordt vaak beloofd, wordt nooit gespeeld.
De term squash is een code voor vele aspecten van dit stuk, maar komt ook een aantal malen letterlijk aan de orde, als sport. Dat zetten we hier even per scène op een rijtje, in de chronologische volgorde, dus zoals dat passeert in de geschiedenis zoals de personages die beleven.
Squash … (1)
Zevende toneel, p. 57 Restaurant. 1973. Zomer.
Robert en Jerry ontmoeten elkaar weer na de zomervakantie, waarin Robert inmiddels de geheime relatie van zijn vrouw met Jerry ontdekte. Van belang is dus, dat Robert nu voor het eerst Jerry tegenover zich ziet, als de man die al jarenlang in het geheim bed en appartement deelt met zijn vrouw… Maar dat komt geen seconde ter sprake. Voor Robert ziet de wereld er nu anders uit, voor Jerry is alles nog het zelfde. Jerry denkt nog dat alleen hij voor Robert wat verzwijgt, maar dat is inmiddels ook omgekeerd zo, zonder dat Jerry dat weet.
Robert vraagt Jerry hoe het met hem gaat – en dan letterlijk: ‘In staat tot een partijtje squash? Uitgerekend een ‘belangstelling’ voor squash is de maskerade van wat niet rechtstreeks aan de orde zal komen. Zoiets duidelijks als: ‘Hoe vind je het met mijn vrouw in bed?’ Of ‘Emma vertelde uitgebreid over jullie flatje, leuk om te horen’. Via wat verbale zijweggetjes over hun leeftijden, waardoor squash inmiddels wat inspannend is geworden voor Jerry, belanden we bij Robert’s uitnodiging aan Jerry: ‘Bel me een keer. Spelen we een partijtje.’ Deze uitnodiging wordt vervolgens nooit waargemaakt, weet het publiek, de verdere geschiedenis reeds kennende.
Squash… (2)
Vierde toneel. p. 36, 37. Huis van Robert en Emma. Woonkamer. 1974. Herfst.
Ruim een jaar later, tijdens één van de vele bezoeken die Jerry brengt aan het bevriende echtpaar. Robert weet dus allang hoe het zit, Emma weet dat haar man dat weet en samen weten zij dat Jerry dat allemaal niet weet. Jerry brengt het recente nieuws dat Casey weg is bij Suzanne. Dan gaat het even over de vraag of Casey zijn werk oprecht geschreven heeft – of juist niet. Emma vindt het werk nadrukkelijk onoprecht en herinnert Jerry eraan dat ze hem dat al eerder verteld had. Robert bevestigt dat uitgebreid. Het aardige van dit ‘zijspoortje’ is dus dat het gaat over (on)oprechtheid en over wat er wel of niet verteld zou zijn. Een knipoogje naar het hoofdspoor, waar geen woord aan wordt besteed. Na een kleine pauze oppert Robert: ‘Wanneer gaan wij eens een keertje squash spelen?’ Jerry houdt de bal weer af. Robert blijkt een goede conditie te hebben, omdat hij geregeld squash spéélt… met Casey! Aan diens capaciteiten twijfelt Jerry nogal, maar Robert noemt hem juist ‘meedogenloos oprecht’. En hij spoort Jerry aan om er weer eens aan te doen. ‘Je kon er behoorlijk wat van.’ Maar wederom zal het er nooit van komen… Van squash niet, maar ook niet van enige andere meedogenloosheid…
Squash… (3)
Tweede toneel. p. 17, 19. Jerry’s huis. Studeerkamer. 1977. Voorjaar.
De laatste scène in de chronologische rij. Inmiddels hoorde Jerry van de breuk tussen Robert en Emma. Hij weet nu ook dat Robert inmiddels op de hoogte is van de buitenechtelijke relatie van Jerry met Emma. Wat Jerry echter nog steeds niet weet, is dat Robert dat niet onlangs heeft vernomen, maar al vier jaar geleden! Zo ontdekt Jerry nu pas, dat zijn ‘geheim’ al jaren geen geheim meer is… ‘Maar we hebben elkaar… voortdurend gezien… de afgelopen vier jaar. We hebben geluncht samen.’ Wat Robert vervolgens pareert met: ‘Maar nooit squash gespeeld.’ Robert veegt de verwarring en het onbegrip van Jerry snel terzijde, als overbodig. ‘Ik moet alleen een paar noodzakelijke dingen regelen., dat is alles. In verband met de kinderen.’ Robert vermoedt dat Emma een affaire heeft met Casey. ‘We hebben al in geen jaren squash meer gespeeld, Casey en ik. We speelden altijd een verdomd aardige partij.’ Dan neemt de dialoog tussen de mannen weer een ander zijspoor.
Daarmee was het laatste woord over squash gezegd. Tenslotte kunnen wij hier dan zeggen, dat squash niet zozeer een sport is die wordt uitgeoefend, maar vooral een sport waarover wat gezegd kan worden. Of nog beter gezegd: het is een sport waarover gezegd kan worden dat die ooit wel eens uitgevoerd zou kunnen worden. En aldus wordt – in principe – iets afgesproken, maar nooit gedaan. De wederzijdse uitdaging is dermate indirect dat zij zelfs nooit in praktijk wordt gebracht. Eénmaal is het Robert, die meldt dat hij wel degelijk squasht (met Casey), maar dat hanteert hij vooral als een prikkel om de afhoudende Jerry over de streep te halen. Vervolgens komt dat squashen met Casey pas jaren later weer aan de orde – als het al jarenlang niet meer wordt gespeeld…
Squash is een geverbaliseerde non-sport met pseudo-tegenspeler.
.
Squash: in de mise-en-scène
Eén van de vele voorbeelden van een ‘mini-squash’, zoals we die om de haverklap zien passeren, vinden we bij de start van de negende scène. In feite is dat dus de eerste scène in de chronologische reeks. Kortom: zó begon het allemaal ooit. In de slaapkamer van het bevriende echtpaar, zit Jerry in de schaduw, in afwachting van zijn prooi.
De deur gaat open. Licht. Muziek. Emma komt binnen, sluit de deur. Ze gaat naar de spiegel, ziet Jerry.
Kortom: Emma ontdekt Jerry via de spiegel! Het eerste oogcontact is niet rechtstreeks, maar in-direkt… via de ‘squashie omweg’… De spiegel wordt hier door Pinter uiteraard niet ingevoerd als een stukje overbodig toeval. We wijzen er maar even op dat in de regie-aanwijziging uitsluitend de deur (onvermijdelijk) en de spiegel worden genoemd als elementen van het decor, terwijl het zelfs het bed, het onvermijdelijke echtelijke bed (!) niet wordt genoemd. Maar dat bed is hier uiteraard vanzelfsprekend – en de spiegel wordt op spelniveau ingebracht als een simpel, herkenbaar decorstuk, maar tevens betekenisvol – voor wie dat ziet.
Squash is hier: JERRY > via de spiegel > EMMA…!
klik op de afbeelding >
Wanneer we nu even een uitstapje maken naar de film, dan komt al snel de driehoek wederom om de hoek, wanneer onverwacht ook Robert binnenkomt, terwijl vlak daarvóór Jerry en Emma elkaar al stevig omarmden… Jerry kletst zich geraffineerd een smoesje bij elkaar voor zijn aanwezigheid in deze slaapkamer. In feite zegt hij letterlijk de waarheid, maar hij speelt dat hij wat teveel alcohol consumeerde om serieus genomen te worden. Hier is de driehoeksrelatie bijna een feit: Jerry plaatst zich tussen beide anderen – wat ruimtelijke gestalte krijgt in de mise-en-scène. Dubbel spel!.
Jerry staat nu – letterlijk en figuurlijk –
tussen Emma en Robert in,
met ‘wederzijdse contacten’…
klik op de afbeelding >
Emma zwijgt en glimlacht, Jerry schermt met charme en ironie, Robert kijkt, luistert en vertrekt…
zie verder > Bedrog, ruimte en tijd