De personages en de rollen
Leeftijden
Personages zonder verleden
Beroepen: tussenpersonen
Tussenpersonen… via via!
Liefdes-relaties
De ideale formule: trio, duo of solo?
Overzicht: personages – tijd – ruimte (schema)
Er zijn hier vier rollen te spelen: drie hoofdpersonen plus één enkele bijrol. De deelnemers aan de driehoeksverhouding verschijnen alle drie ten tonele. Het is niet overbodig dat even simpel te melden, want een stuk over een driehoeksverhouding zou immers ook prima mogelijk zijn met slechts één van die drie op toneel, of zelfs zonder één van de drie, of desnoods met dertig (andere) personages op toneel. Maar hier verschijnen ze zowaar alle drie voor het publiek en alle tijd wordt aan hen besteed. De vierde rol staat vermeld als Ober.
Vanuit de plot wordt er naar diverse andere personages uit de (tussenliggende) story verwezen, maar verschijnen op toneel doen zij nooit – zij spelen dus geen rol. De meest opvallende personages onder hen zijn uiteraard Judith, Sam en Sarah (vrouw, dochter en zoon van Jerry) en Charlotte en Ned (dochter en zoon van Robert en Emma). Kortom: twee zeer vergelijkbare gezinnen. Daarnaast krijgen we het nodige te horen over Roger (oftewel Casey) en zijn vrouw Suzanne. (In de verfilming van Bedrog verschijnen de kinderen overigens wél.)
.
Via wat gepuzzel in de teksten kunnen we de leeftijden van het drietal en hun kinderen achterhalen.
We krijgen in Bedrog een blik op de periode van 1968 tot en met 1977 – daarom geven we hier de leeftijden bij aanvang resp. bij afloop van die periode.
Jerry – geboren in 1937 = 31 – 40 jaar
Robert – geboren in 1937 = 31 – 40 jaar
Emma – geboren in 1939 = 29 – 38 jaar
Kinderen van Jerry:
zoon Sam – geboren in 1962 = 6 – 15 jaar
dochter Sarah – geboren in 1967 = 1 – 10 jaar
Kinderen Emma / Robert:
dochter Charlotte – geboren in 1964 = 4 – 13 jaar
zoon Ned – geboren in 1972 = 0 – 5 jaar
Jerry was 25 jaar oud bij de geboorte van het eerste kind.
Emma was 27 jaar en Robert was 29 jaar bij de geboorte van hun eerste kind.
Kenmerkend voor die tijd (voor zover mij uit ervaring bekend) is dat de ouders onderling zo’n 2 jaar in leeftijd verschillen, in de volgorde vader – moeder. Het gaat hier dus om twee gezinnen volgens de doorsnee-formule.
In de na-oorlogse jaren daalde het aantal kinderen per gezin langzaam maar zeker. In de katholieke gezinnen stonden er nog lange tijd vele stoelen aan de eettafel, maar het standaard-gezin gaf plaats aan zo’n 3 kinderen. In de 50-er en 60-er jaren was de kans 10 tegen 1 dat de 3 a 4 kinderen in het gezin onderling zo’n 2 jaar in leeftijd scheelden. In latere tijden werd het kind steeds meer een weloverwogen keuze (mede dankzij de anti-conceptie-pil!) en ook een luxe-product, binnen het welvarende kader van het gezin, waar genoeg tijd en ruimte moest zijn voor iedere persoonlijkheid stuk-voor-stuk, dus voor moeder, vader en individuele nakomeling(en). Er werden wat minder kinderen op de wereld gezet, vaak ook met een wat groter leeftijdsverschil.
Beide gezinnen uit Bedrog hebben twee kinderen in huis, steeds een zoon en een dochter. In het huis van Jerry schelen de kinderen 5 jaar in leeftijd. De planning bij Emma en Robert is zelfs zeer rustig: de kinderen schelen 8 jaar onderling. Dat zou in eerdere tijden zeer uitzonderlijk zijn geweest. Maar ’tegenwoordig’ hebben we niet meer zo vanzelfsprekend haast en behoefte wat betreft de voortplanting… Niet te veel in huis halen, graag. Er zijn nog zoveel andere belangwekkende zaken in de wereld – zowel voor mannen als nu ook voor vrouwen: persoonlijke ontwikkeling, maatschappelijk engagement, politieke acties, culturele belangstelling, relationele vaardigheden, seksuele ontdekkingen enz. En de economische groei geeft inmiddels de mogelijkheden en de tijd om daar volop mee bezig te zijn.
En dan is er nog de rol van de Ober… Zijn leeftijd blijft nadrukkelijk een raadsel. Zelfs welke generatie hij vertegenwoordigt….
Jerry: Is hij die vent die hier altijd bedient of is ’t zijn zoon?
Robert: Je bedoelt of zijn zoon hier altijd bedient?
Jerry: Nee, of hij z’n zoon is. Ik bedoel, is hij de zoon van de vent die hier altijd bedient?
Robert: Nee, hij is z’n vader.
Jerry: Ah. Weet je dat zeker?
Robert: Hij is die vent die zo schitterend Italiaans spreekt.
De ober loopt leeftijdsloos rond in de bediening. De vraag naar zijn leeftijd komt dan wel aan de orde, maar blijft via onnavolgbare formuleringen steeds een onoplosbaar raadsel: is hij de vader of de zoon? Een cryptische cirkel-redenering zoals die wel vaker voorkomt in dit stuk, zoals ook in de wisselende antwoorden op de vraag: in welke keuken gooide Jerry ooit de dochter van Emma in de lucht?
Vergelijkbare onoplosbare puzzels komen we tegen in vele andere stukken van Pinter – en dat wordt dan ook wel typisch Pinteriaans genoemd. Pinter speelt voortdurend met ons verwachtingspatroon van vragen en antwoorden. Maar er is veel wat we niet weten, en waar (wederom) geen antwoord op bestaat.
Het enige antwoord op deze vraag over de ober is dan ook:
Vader of zoon ? Daar gaat het niet om.
Maar dat er een hardnekkig misverstand over bestaat – daar gaat het wel om!
Dramaturgisch gesproken is de ober dus ‘leeftijd-loos en generatie-loos’. In de realiteit is zoiets dan wel onmogelijk, maar op toneel gaat dat prima! Formuleringen treffen niet per definitie de werkelijkheid.
En zeker niet waar het gaat om Bedrog of om Pinter.
.
Hier enkele korte, maar zeker geen onbelangrijke opmerkingen over de plot/story-verhouding in relatie tot de personagetekening!
Na de behandeling van plot en story in hoofdstuk 2 moge reeds overduidelijk zijn dat Bedrog absoluut geen voorgeschiedenis kent. De plot verwijst nergens naar een voorafgaand verhaal. Plot en story kennen dezelfde onderdelen, maar gepresenteerd in ‘andere volgorde’.
Via de dialoog krijgt het publiek dan wel enkele voorafgaande feitjes voorgeschoteld, maar dat leidt geenszins tot een voorafgaande story. Dat betekent dus tevens, dat ook de personages van Bedrog absoluut geen persoonlijke voorgeschiedenissen hebben! We weten niets, maar dan ook niets over hun vroegere privé-verleden, hun opvoeding, jeugdervaringen, gezinssituatie, erfelijkheid, etc.
De personages Jerry, Robert en Emma komen blanco uit de lucht vallen, zoals gebruikelijk in synthetisch drama, dus bijvoorbeeld ook bij Shakespeare of Brecht. Het is geen overbodige luxe om even duidelijk vast te stellen, dat (ook) Pinter geen belang hecht aan zoiets als een ‘persoonlijke voorgeschiedenis’ van de personages! We weten niets van vroeger, wat iets zou verklaren over de personages in het hier en nu. Waarvan acte.
.
Pinter kwam zelf uit onderklasse van de bevolking, waar zijn eerste stukken zich ook afspelen. Bedrog vindt plaats in het milieu van de upper middleclass, de gegoede burgerij die zich kon laten zien – en dat ook graag deed. De beroepen van de hoofdpersonen hebben twee zeer sterke overeenkomsten.
Ten eerste zijn zij alle drie werkzaam in de professionele kunst-wereld. Emma in het domein van de beeldende kunst, als galeriehoudster. Robert en Jerry zijn beiden actief in het literaire landschap en zijn daar collega’s.
Een tweede overeenkomst betreft hun positie binnen die wereld: alle drie zijn zij werkzaam als bemiddelaar. Emma als galeriehoudster, Robert als uitgever, Jerry als literair agent.
.
Zij zijn niet de kunstenaar zelf, zij zijn ook niet de kijker of de koper – zij staan daar precies tussenin! Ook zonder hen zouden er kunstenaars, kijkers en klanten kunnen zijn, maar de bemiddelaar plaatst zich precies tussen beide partijen in om de bal richting te geven en doet daarmee (is de bedoeling) beide partijen een plezier – en zichzelf ook, want hij leeft daarvan. De bemiddelaar dankt zijn bestaan dus aan het verkeer dat via hem loopt.
Een doorgeef-luik. Squash! Van kunstenaar naar koper.
.
Emma, Robert en Jerry treden alle drie beroepsmatig op als bemiddelaar, intermediair, contactpersoon…
Vakmatige driehoeksverhoudingen…
Dat levert bij Robert en Jerry ook nog overlappende zakelijke driehoekjes op, die door de beide collega’s dan ook regelmatig op hun bruikbaarheid en waarde worden getoetst: ‘Casey levert ons allebei nog altijd aardig wat op’.
Casey (Robert) vervaardigt overigens wel zelf zijn eigen product: hij schrijft een boek. Ook Judith, de vrouw van Jerry, werkt als arts zelfstandig en eigen-handig aan de toestand van de patiënt. Maar onze hoofdpersonen staan zowel privé als beroepsmatig in een driehoek.
.
En dan nog de Ober. Hij vervult in het restaurant de bedienende rol tussen de kok en de gasten. Hij beent heen-en-weer tussen de keuken en de eettafel, met de gerechten, de dranken, de complimenten en de klachten. Zelf maakt hij niets en consumeert hij niets. Bovendien is hij in Bedrog ook nog ongewild onderdeel van een andere driehoek: tussen beide gasten aan tafel. In het Italiaanse restaurant in Londen zien we de eerste ontmoeting tussen Robert en Jerry, kort nadat Robert in Venetië heeft ontdekt dat Jerry al jaren het bed deelt met Emma. Dat brengt Robert hier niet ter sprake. Maar wij – als publiek – weten wat Robert inmiddels ook al weet – maar Jerry juist niet! Zodoende begrijpen wij enkele geïrriteerde en verwijtende teksten van Robert als toespelingen op wat niet letterlijk wordt gezegd.
Via de ober strooit Robert zijn groeiende wrevel richting Jerry. Langs indirecte weg. In squash-formuleringen. De feiten blijven verpakt, de emoties worden elders gedumpt.
Robert: (…) Weet je wat jij en Emma gemeen hebben? Jullie houden van literatuur. Ik bedoel, jullie houden van modern proza, ik bedoel jullie houden van de nieuwe roman van de nieuwe Casey of Spinks. Dat geeft jullie allebei een kick.
Jerry: Je bent bezopen.
Robert: Denk je? Je bedoelt, ’t geeft Emma géén kick?
Jerry: Hoe moet ik dat weten? Ze is jouw vrouw.
[Pauze]
Robert: Ja. Ja. Je hebt volkomen gelijk. Ik moet jou ook niets vragen. Ik moet helemaal niemand iets vragen.
Jerry: Ik wil nog wat wijn.
Robert: Ja, ja. Ober! Nog een fles Corvo Bianco. En waar blijft onze lunch? Hier kan je ook al niet meer komen. Maar in Venetië is het nog veel erger. Daar laten ze je allemaal barsten. Ik ben niet dronken. Je kan niet dronken worden van Corvo Bianco. Weet je… vannacht… ik was nog laat op… ik heb de pest aan cognac… ’t stinkt naar moderne literatuur. Nee, luister, ’t spijt me. [Ober op]
Ober: Corvo Bianco.
Robert: Zelfde glazen. Waar blijft onze lunch?
Ober: Komt er aan.
Robert: Ik schenk zelf wel in. [Ober af met lege schalen]
↓ KLIK HIER… voor bezoek aan diverse Italiaanse restaurants!
In Bedrog bestaat de hele wereld uit driehoeksrelaties. Het is een perpetuum mobile. Wanneer één punt van een driehoek verdwijnt, geeft dat direct gelegenheid tot het vormen van nieuwe verbindingen. En vervolgens draaien de nieuwe driehoeken verder in de tijd, voor zolang als het duurt.
Jerry, Emma en Robert vormen hier de vertrekpunten van een eerste driehoek. Wanneer Emma dan Jerry achter zich laat, gaat zij richting Roger. Ondertussen onderhield Robert – blijkt pas veel later – ook al de nodige alternatieven. En terwijl Jerry zich een unieke en feilloze driehoeker waande, met een vanzelfsprekend trouwe echtgenote, blijkt zijn vrouw Judith een relatie met een arts te onderhouden…
Zo houden de driehoeken zich voortdurend levendig. In feite kan de gehele wereldbevolking in kaart worden gebracht via een eindeloos patroon van driehoeken…
.
De ideale formule: trio, duo of solo?
TRIO – een wisselende oplossing
De driehoeksrelatie is de basisformule van de wereld die Bedrog heet. Naast hun vaste relatie heeft ieder van beide partners een geheime relatie met een derde. Deze derde is de onvermijdelijke steunpilaar in de maatschappij (met hier een knipoog naar Ibsen). Twee is veel te weinig, dus drie is niet teveel. En deze derde in het spel is dan wel een hoogstnoodzakelijke aanvulling voor het wankele duo, maar dat geeft geen enkele aanleiding tot een definitieve overstap naar die derde in het spel. Want in zo’n geval ben je weer beperkt tot twee – en dan zonder steunpilaar. Drie is de onvermijdelijke oplossing… van twee.
(Achtste toneel, in de flat)
Emma: Jerry… heb je er wel eens aan gedacht… om je leven te veranderen?
Jerry: Veranderen?
Emma: Mmm. (Pauze)
Jerry: Dat kan niet. (Pauze)
Klik hier ⇓ voor de ideale Trio’s
DUO – een onmogelijkheid, een contradictio in terminis
De klassieke één-op-één-relatie blijkt in de wereld van dit stuk een onmogelijk ideaal, een illusie, die berust op wederzijds bedrog achter een masker. De duurzaamheid en de zekerheid van het huwelijk is mede gefundeerd op de spanning en afwisseling van het buitenechtelijke avontuur. Het huwelijk bestaat dus bij de gratie van het overspel – en omgekeerd. Twee is per definitie te weinig, voor welk spel dan ook. Daarom: geen tennis met een duo, maar squash via een derde. Waar het hier gaat om de man-vrouw-relatie, is dat vanzelfsprekend.
Wat daarnaast als tweepersoons-constructie wél mogelijk blijkt, is de onverwoestbare vriendschap tussen twee mannen. Er moet dus bij tijd en wijle door de mannen worden gesquasht, maar dan zonder welke vrouw dan ook… En wanneer beide mannen voor het eerst samen dineren in het Italiaanse restaurant, nadat Robert in Venetië het geheime spel van Jerry heeft ontdekt, komt dat nooit letterlijk ter sprake – al hoort de goede verstaander (het publiek) hoe Robert méér ballen kaatst dan Jerry kan verwachten. Squash heet dat. Een strategische oplossing, die zichzelf ontkent. Ach, mannen onder elkaar…
SOLO – het ultieme geluk, het paradijs op aarde
Robert introduceert enkele malen een ideale situatie… Zoals hij dat aan Jerry openbaart, in het zevende toneel, in het Italiaans restaurant.
Robert: Ik was helemaal alleen, urenlang op ’t eiland. Dat was eigenlijk ’t hoogtepunt van de trip.
Jerry: Ja? Klinkt geweldig.
Robert: Ja. Ik zat in ’t gras en ik las Yeats.
Jerry: Yeats op Torcello?
Robert: Ze deden ’t goed samen.
(…..)
Robert: (…) Ik was zeldzaam gelukkig, niet in Venetië, dat bedoel ik niet, ik bedoel op Torcello,
toen ik daar ’s morgens vroeg liep, alleen, ik was gelukkig, ik had daar wel altijd willen blijven.
Robert meldt hier expliciet dat hij daar alleen was, op dat ‘onbewoonde eiland’, ver weg van de mensen. Tegelijkertijd brengt hij toch wel degelijk een trio naar voren, maar dan van een totaal andere soort: hijzelf, met Yeats en Torcello… Een driehoek, waarvan de punten elkaar niet tegenspreken of ontkennen, maar elkaar aanvullen tot een harmonieuze eenheid. Een eiland voor jezelf, waar je kan opgaan in dat boek. Geen van de drie wordt verleid tot bedrog. Ze zijn er gewoon. Op een onbewoond eiland. En eerlijk gezegd: geen last van andere mensen en bedrog. ‘Helemaal in m’n eentje’.
.
Overzicht personages – tijd – ruimte
Wie is waar en wanneer aanwezig? In het geval van Bedrog is het echt geen overbodige moeite om zo’n schemaatje in elkaar te knutselen, al lijkt zoiets wellicht al te simpel. Maar nee.. integendeel! Bij het handelingsverloop komen we daar nog uitgebreid op terug. Hier wordt in ieder geval direct duidelijk wie van de personages het meest voorkomt in de scènes: Jerry… want hij is slechts één maal afwezig. Voor de rest is hier ook simpel te zien wie met wie waar en wanneer aan de gang gaat. Kortom: kijk even rond in onderstaande dienstregeling van het overspel…. Zie daarover verder bij het handelingsverloop, in hoofdstuk 6.
scène | jaar | plaats | Jerry | Emma | Robert |
1 | 1977 – a | kroeg | J | E | |
2 | 1977 – b | study | J | R | |
3 | 1975 | geheime flat | J | E | |
4 | 1974 | woonkamer | J | E | R |
5 | 1973 – a | slaapkamer hotel, buitenland | E | R | |
6 | 1973 – b | geheime flat | J | E | |
7 | 1973 – c | restaurant “Italië “ | J | R | |
8 | 1971 | geheime flat | J | E | |
9 | 1968 | slaapkamer | J | E | R |
zie verder > Bedrog, Dialoog: bedrieglijke taal