# de goede sint… blijft wég!

# de goede sint... blijft wég!

Hij komt, hij komt, hij komt, die goede Sint…

De kern van de Sint-verschijning, of dit nu een mannelijke dan wel vrouwelijke rol is, betreft de vraag: verschijnt die Sint nu WEL of NIET? Daarover bestaat gelukkig zeer grote onduidelijkheid. Spannend.
‘Hoort WIE klopt daar kinderen?’ Geen idee. Dus…’ Vol verwachting klopt ons hart…!’

Het belangrijkste van de Sint is, dat deze figuur zo weinig mogelijk, liefst zelfs helemaal niet verschijnt. De spanning zit vooral in het wachten op de Sint voordat deze binnen is gekomen en vervolgens in het uitpakken van de kadootjes nadat de Sint weer is vertrokken. Dat alles heeft Jan Steen raak getroffen met zijn schilderij Het Sint Nicolaasfeest, 1663: geen Sint te bekennen! Een schitterende afwezigheid.

Jan Steen, Het Sint Nicolaasfeest, 1665-68
Jan Steen, Het Sint Nicolaasfeest, 1665-68

Het belang van de glorieuze afwezigheid van de Sint komt nog sterker uit de verf, wanneer Jan Steen jaren later deze situatie met de zelfde titel, nogmaals op het doek zet. Weer geen Sint. Zie hier beneden.
Onder het motto ‘Zoek de verschillen’ is er in ieder geval één overeenkomst tussen beide prenten: géén Sint te zien. Zo’n tien jaar later sluit de schilder Richard Brakenburg zich aan bij deze spannende traditie: zie hier drie van zijn (minimaal) zes schilderijen van Het Sint Nicolaasfeest, met allerlei verwijzingen naar Jan Steen. Steeds weer de zelfde titel, maar vooral: nergens ook maar één Sint te bekennen. Beide schilders maakten nog meer versies , maar deze zijn niet allemaal beschikbaar of van de wereld verdwenen. Maar vooral de Sint is verdwenen… hij blijkt dus volledig overbodig! Daarmee zijn de perikelen van Sint en Piet definitief uit de wereld. De goede Sint komt niet! Dat is een goede zaak.
“Wachten op… “
is veel spannender dan komen of gaan.

Als ik het wel heb, leidden tekstuele of visuele ‘citaten’, zoals hier op het schilderdoek, destijds nog niet tot beschuldiging van plagiaat of schending van auteursrechten – zoals dat nu aan de orde van de dag is. Lange tijd was het voor schrijvers of schilders juist een teken van hun vakkennis om via citaten naar het werk van voorgangers te verwijzen.

Maar los daarvan: ondertussen wordt het oog hier geprikkeld tot een vergelijkend warenonderzoek. Een intrigerende puzzel van verwijzingen en symbolen, die mij totaal onbekend zijn. Boeiend om weer eens te ervaren hoe ieder (kunst-)vak zijn eigen ogen en oren heeft. Als leek op dit gebied (en dat ben ik!) moet je dan al snel tot de conclusie komen dat je slechts het topje van een onbekende ijsberg ziet. Dat roept dan – gelukkig – vele vragen op – vol verwondering en nieuwsgierigheid. Dus: wie hier iets weet toe te voegen, mag het zeggen, graag zelfs!

Voor het vergelijkend warenonderzoek (VWO) geven we hier vijf varianten van het Sint Nicolaasfeest gemakshalve even de stempels A, B (Jan Steen) en C, D, E (Richard Brakenburg).

Een eerste overeenkomst loopt direct in het oog: moeder en kind in het midden. Drie maal (ABC) zien we de moeder met uitgestoken armen naar kindje tegenover haar. “Kom maar hier”, lijkt zij te zeggen. Bij D is het kind uit het middelpunt verdwenen en zit nu bij moeder op schoot. Bij E zit het kind daar nog steeds, met nu een nog jonger kindje in het midden, maar de aandacht van moeder is voor geen millimeter meer op de kinderen gericht: zij werpt zich vol overgave achterover naar de man. Het verwekken van nieuw leven trekt kennelijk even meer belangstelling dan het reeds bestaande. De bovenkleding met witte rand van moeder B (Steen) komt terug bij moeder C (Brakenburg). Bij moeder C en D is vervolgens de doek van het hoofd verdwenen en zij zit er nu losjes bij.

Het kind in het midden (A, B) houdt haar zojuist verworven cadeautjes zorgvuldig in eigen hand, deels dito (emmertje), deels anders, maar bij C staat ze kennelijk met lege handen? Wel iets in haar schortje…. De opvolgertjes op D en E houden ieder een klein speeltje in de hand. 

Jan Steen, Het Sint Nicolaasfeest, 1665-68
Jan Steen, Het Sint Nicolaasfeest, 1665-68 (afbeelding A)
 
a Sint Jan Steen, Het Sint Nicolaasfeest 1670 - 75
Jan Steen, Het Sint Nicolaasfeest 1670 – 75 (afbeelding B)

Links achter het meiske staat altijd een broertje (ofzo), behalve op de laatste prent, waar hij is verdwenen óf wellicht in het vrolijke groepje is opgenomen (juichend met de hoed?) Maar zolang hij links terzijde staat, is staat hij te treuren omdat hij niets heeft gekregen: hij veegt zijn betraande wangen of krabt zich achter de oren. Een vrouw achter hem kijkt toe met een schoen in de hand, waarin een roe is geplaatst! Dat doet zij in vergelijkbare poses, in A, C, D. Kennelijk was de Sint niet zo tevreden over hem. Opvallend is de hoed van het huilende jochie: bij A en B op zijn hoofd, dan op de (voor)grond (C), dan weer op zijn hoofd (D) en tenslotte (?) toch juichend in zijn hand? Het lijkt alsof Oma A hem vertrouwelijk toewenkt – toch nog iets in petto? Oma B houdt zelfs iets in haar hand – troost? Oma D, nu geheel rechts, lijkt hem te wenken. Het schoentje van meiske A was goed gevuld en ligt daar op de voorgrond. De vaderfiguur zit altijd rustig op de achtergrond, links dan wel centraal. Op B draagt hij een merkwaardig hoofddeksel. Vader A en E lijken nog het meest op elkaar, met hun pose, kleding en hoed.

a Sint Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest 1685 Rijksmuseum ECHT
Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest, 1685 (Afbeelding C)
a Sint Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest 1690 klein
Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest, ca 1690, uitsnede. (Afbeelding D)
a Sint Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest 1700
Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest, 1700 (Afbeelding E)

Bij de rekwisieten valt de kolfstok nogal op: deze is op alle schilderijen te vinden, steeds op een andere plek of in een andere hand. De grote koek staat op A, B en D steeds op de zelfde plek markant in beeld, rechtsonder. Zie verder, her en der, het rieten mandje, de kussens.

Tussen de eerste en de laatste variant zit een groot (tijds)verschil, maar we vinden juist ook tussen die twee uitersten enkele aardige verwijzingen. Het hondje is er alleen op A en E: twee keer het zelfde hondje, maar dan in spiegelbeeld! Op deze beide varianten wordt ook vol verwachting omhoog in de schoorsteen gekeken, die bij A rechts in beeld staat, bij E links – eveneens gespiegeld. Ook is er overeenkomst tussen A en E met het bed: rode kleur, ornamentje en een aldaar bezige vrouw.
De wijze waarop de personages gegroepeerd zijn is in het laatste geval (E) opmerkelijk veranderd. Wat eerst steeds één compact gezelschap was, met daarbinnen wat onderlinge lijntjes, is daar tenslotte fors uit elkaar gevallen tot wat gesloten kleine groepjes, die geen enkele link naar anderen leggen. De kinderen met Oma bij de schoorsteen vangen strooigoed op, een vrouw midden-achter ruimt wat op (?) en bekijkt hen, moeder hangt in duo bij vader, het kind op schoot vermaakt zich solo met een speeltje, het kleinste kind zit pontificaal in het midden, totaal geïsoleerd in een kinderstoeltje, en zelfs het hondje legt geen enkel contact, zelfs niet met het speelgoed paardje dat recht tegen het mandje aankijkt….

Eén persoon moet nog genoemd: de vrouw rechts op de achtergrond (in de pose van de-vrouw-met-de-schoen) die nu een lege hand met wijzende vinger uitsteekt (?) en die zowaar “recht in de camera” lijkt te kijken. Alsof ze tegen ons zegt: “Moet je dát zien…” 

Er zullen nog vele, vele zaken zijn, die ik niet zie. Maar in ieder geval: de Sint is nooit ergens te zien.

.

Tenslotte hier nog een andere variant van de hand van Brakenburg, 
voor wie zich nog eens wil verwonderen, onder het motto
“Zoek de overeenkomsten en verschillen”.

ALTERN TEKST  Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest onbekend
Richard Brakenburg, Het Sint Nicolaasfeest

 

Websites met informatie en afbeeldingen:

Rijksmuseum i.v.m. Jan Steen
Historiën.nl i.v.m. Jan Steen

Kunst-en-Cultuur.nl i.v.m. Jan Steen
Geschiedenisbeleven.nl  i.v.m. Jan Steen
Rijksmuseum i.v.m. Richard Brakenburg

Artnet  met totaal overzicht werk van Richard Brakenburg